1. Deur-op-deursysteem: de deur van het meubel is rechtstreeks vastgemaakt op de koelkast of diepvriezer. Je herkent dit systeem aan de zwaardere scharnieren.
2. Glijsysteem: de decoratieve deur (deur van het meubel) is met eigen scharnieren vastgemaakt aan het keukenmeubel. De deur van de koelkast of van de diepvriezer gaat op hetzelfde moment open als de decoratieve deur.
3. Decorkader: rond de koelkast of diepvriezer bevindt zich een kader waarin je een blad schuift dat bij de keuken past. Bij het kader hoort een deurgreep.

Bij statische koeling wordt de ruimte gekoeld door het aanwezige koelelement. De luchtcirculatie is beperkt en wordt op natuurlijke wijze bekomen, nl. koude lucht daalt en warme lucht stijgt. Het gevormde ijs moet manueel ontdooid worden.

Bepaalde toestellen met statische koeling werden zo ontworpen dat er veel minder snel rijpvorming in ontstaat. Sommige merken noemen dit LowFrost, Stopfrost, SmartFrost,... Door de beperkte rijpvorming moeten deze toestellen veel minder vaak worden ontdooid en stijgt hun energieverbruik minder snel dan bij toestellen met de standaard statische koeling. Sommige toestellen bieden zelfs een vereenvoudigde manier van ontdooien.

Bij toestellen met No Frost wordt de vochtigheid uit de lucht gehaald. Het vocht wordt afgevoerd naar een bakje op de motor waar het verdampt. Een ventilator blaast de koude en droge lucht opnieuw in de diepvriezer. Verpakkingen en etiketten blijven leesbaar en uw diepvriesproducten vriezen niet meer aan elkaar vast. Het grote voordeel voor jou : je hoeft je diepvriezer nooit meer manueel te ontdooien en het energieverbruik is constant.

De energiekost geeft het jaarlijks verbruik in euro weer van je toestel. Het wordt berekend op basis van het jaarlijks verbruik van het toestel en van de gemiddelde* energieprijs.
*Het gemiddelde tarief voor juli 2023 = 0,39 euro per kilowattuur (€/kWh)

De klimaatklasse geeft de minimale en maximale omgevingstemperatuur weer voor de goede werking van een toestel.

SN = omgevingstemperatuur tussen 10°C en 32°C

N = omgevingstemperatuur tussen 16°C en 32°C

ST = omgevingstemperatuur tussen 16°C en 38°C

T = omgevingstemperatuur tussen 16°C en 43°C

Er bestaan verschillende soorten temperatuurinstellingen:

Automatisch: het toestel stelt de temperatuur automatisch in voor een optimale werking

Manueel: je kiest zelf de temperatuur van je toestel uit de verschillende beschikbare temperaturen. Dit kan op 2 manieren:

• Mechanisch: via een draaiknop kies je de temperatuur bij benadering. Vaak wordt op de wijzerplaat een schaal aangegeven, bijvoorbeeld van 1 tot 5.
• Elektronisch: via toetsen of een aanraakscherm kies je precies de gewenste temperatuur van het toestel. De elektronische instelling is dus nauwkeuriger dan de mechanische instelling.