Menu
Je laptop heeft geen vaste plaats. Om optimaal plezier te hebben van je computer, vind je hier enkele adviezen die je overal kan in acht nemen.
Bescherm de laptop tegen schokken, laat hem niet vallen. Een speciale laptoptas vormt een goede bescherming.
Denk aan je comfort en kies een goed verlichte plek, met indirecte verlichting (om reflecties door een raam of lamp te vermijden) en met voldoende ruimte om gemakkelijk te werken.
Plaats je computer op een tafel van 60 à 70 cm hoogte, naargelang je lichaamslengte. Hou een afstand van ongeveer 40 cm tussen het scherm en je ogen en pas de kanteling en helderheid aan om vermoeide ogen te voorkomen. Kies ten slotte een goede verstelbare stoel die je rug recht houdt met je voeten plat op de vloer of op een voetensteun.
Met de meegeleverde adapter kan je je laptop aansluiten op een stopcontact. Onderweg gebruik je de batterij. Vóór het eerste gebruik laad je best de batterij volledig op.
Gebruik je computer tot de batterij helemaal leeg is, vervolgens opnieuw helemaal opladen. Zo versterk je de autonomie van je batterij.
Is je laptop aan het laden? Geen probleem! Je kan je toestel uiteraard ook gebruiken terwijl de batterij opgeladen wordt.
Sluit randapparaten aan op de overeenstemmende aansluitpunten. Die zijn makkelijk te herkennen door de icoontjes op de achter- of voorkant van de processor. Een printer, scanner of modem installeer je met de USB-kabels van deze apparaten.
Zodra je laptop en de randapparatuur in het stopcontact zitten, moet je eerst je randapparaten aanzetten en vervolgens je computer. Die volgorde vrijwaart de onderdelen van je laptop.
Nu je computer van stroom wordt voorzien en opgeladen is, kan je hem voor de eerste keer starten. Druk gewoon op de "On/off-knop".
Bij de eerste opstart is de procedure altijd dezelfde: je moet een aantal vragen beantwoorden (gebruikerstaal, aanvaarding van de algemene voorwaarden, verbinding met het wifi-netwerk...). Zodra de computer je antwoorden heeft geregistreerd, kom je op je bureaublad en je hoofdmenu.
Er zijn verschillende manieren om je laptop te verbinden met het internet. De 2 belangrijkste zijn de Ethernetverbinding en de verbinding met het wifinetwerk.
Een Ethernetverbinding is een draadverbinding: een RJ45-kabel verbindt de computer of het randapparaat met de internetbox. Deze verbinding is niet draadloos, maar garandeert de best mogelijke prestaties! De kabel is uiterst betrouwbaar en zorgt voor een optimaal debiet zonder verlies. Controleer of je over een vrije Ethernetpoort beschikt, zowel op de box als op het betrokken apparaat. Zo ja, verbind ze dan met een RJ45-kabel.
Staat het apparaat ver van de box of heb je geen Ethernetpoort, dan is wifi de ideale oplossing. De meeste randapparaten zijn uitgerust met een wifikaart. Heeft je computer geen wifikaart, dan kan je er makkelijk een aan toevoegen! Zelfs een eenvoudige wifi-stick kan volstaan. Een wifiverbinding is minder stabiel maar biedt het voordeel van bewegingsvrijheid: er zijn geen kabels en je kan je computer zetten waar je maar wil.
Controleer of het betrokken apparaat en je box voldoen aan de wifinorm. De meeste randapparaten zoeken zelf de beschikbare draadloze netwerken op, je hoeft enkel te kiezen. Open op je computer het netwerkicoon (trapsgewijze streepjes) en klik tweemaal op het gewenste netwerk. Je kan eventueel ook je paswoord invoeren.