Menu
Bestaande gasinrichtingen moeten voldoen aan alle geldende normen. Nieuwe gas- en elektriciteitsaansluitingen, indienststelling en onderhoud van je toestel moeten worden uitgevoerd door een professional.
Plaats je fornuis in een goed verluchte keuken op voldoende afstand van gordijnen.
Verse lucht moet vanuit 1 of meerdere luchtgaten in de muur komen zodat de zuurstof kan ververst worden en de verbrandingsgassen kunnen worden afgevoerd.
Om het meubilair naast je fornuis te beschermen moet een speelruimte van 2 cm tussen het fornuis en het meubilair worden gelaten. Het aangrenzende meubilair mag ook niet hoger zijn dan het kookvlak van het fornuis en moet voorzien zijn van hittebestendige wanden.
Als je fornuis beschikt over verstelbare voetsteunen, kan je de hoogte van het kookvlak aanpassen aan het aangrenzende meubilair.
De elektrische aansluiting moet worden uitgevoerd volgens het specificatieplaatje achteraan op uw fornuis. Fornuizen zijn meestal uitgerust met een flexibele kabel zonder stekker. Gebruik een genormaliseerde stekker voor de spanning die wordt aangegeven op het specificatieplaatje.
De kabel bevat drie geleiders. De aarding is geel/groen. De voedingskabel van het toestel moet lang genoeg zijn, zodat het ingebouwde toestel kan worden aangesloten op het stopcontact. Sluit je toestel steeds aan op een geaard stopcontact en gebruik geen verlengkabels of stekkerdozen.
Sluit je fornuis aan op je gasinstallatie; zorg er wel voor dat het fornuis is ingesteld op het gastype dat je zal gebruiken (aardgas of butaan of propaan uit flessen).
Voordat je je oven in gebruik neemt, moet je hem 15 minuten op volle kracht laten opwarmen. De mineraalwol rond de ovenruimte kan een specifieke geur afgeven. Gebruik kookpotten met een platte bodem die zijn aangepast aan de brander die je gebruikt. De vlammen mogen niet onder de kookpot uit komen, zoniet kan de handgreep verbranden.