Menu
Beschikt je droogkast over 10 verschillende programma’s? Dat heeft een reden! Gebruik je programma’s juist om je kleren langer te bewaren.
Komen je hemden gekreukt uit de droger? Onze tip: kies het programma “Overhemden” of “Strijkdroog”. Haal je hemden meteen na het programma uit de droogkast, ze zijn dan nog een beetje vochtig. Hang ze op een kapstok en de kreuken verdwijnen vanzelf door het gewicht van het nog aanwezige vocht. Handig, toch?
Aandacht schenken aan de etiketten in je kledij, dat lijkt soms overbodig... Maar als je het wel doet, voorkom je problemen! Om je kleren zo goed mogelijk te bewaren is het dus belangrijk om hun etiketten correct te lezen.
1. De 2 puntjes in een cirkel geven aan dat er geen bijzondere beperkingen zijn voor het gebruik van de drogen.
2. 1 puntje in een cirkel betekent drogen bij gematigde temperatuur en snelheid.
3. Een cirkel met een kruis erdoor betekent dat het kledingstuk niet in de droogkast mag.
Met enkele eenvoudige handelingen beperk je je energieverbruik:
De filters vangen de stofdeeltjes en pluisjes op die afkomstig zijn van de kledingstukken. Na elk droogprogramma moet je ze reinigen. Zo hoef je ze nooit te vervangen.
Condensatiedroogkasten zijn uitgerust met een condensor die de warme lucht van de trommel in condenswater omzet. Meestal bevindt hij zich links onderaan je droogkast, achter een deurklepje. Zorg ervoor dat de lucht vrij kan circuleren langs de wanden van de condensor. Reinig de condensor regelmatig (ongeveer elke 3 maanden 5 à 10 minuten). Hieronder leggen we je eerst uit hoe je dat doet voor een gewone condensdroogkast, daarna krijg je het stappenplannetje voor warmtepompdroogkasten. Er bestaan trouwens ook droogkasten met een zelfreinigende condensor. Specifieke richtlijnen vind je in je handleiding.
3 eenvoudige handelingen volstaan op het einde van het programma: